De Principes van de Zwarte band

Er kan bij onze vereniging ook les gegeven worden aan kinderen vanaf ongeveer 12 jaar. Binnen deze lessen is er veel aandacht voor het stoeien op de grond, naast de aikibudo technieken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen verantwoord leren spelen met elkaar en dat ze zich al doende vertrouwd weten met de lichamelijke aanwezigheid van anderen en zichzelf een weg weten te vinden in het bewegen op de Tatami (mat).

De basisprincipes van het aiki(bu)do blijven uiteraard niet beperkt tot de vorm zoals deze bij volwassenen wordt aangeboden. Het AI betekend dat ze naar elkaar leren luisteren, het KI wil zeggen dat ze ontspannen blijven werken en toch ervaren dat ze sterker worden als ze zich durven te ontspannen.

Het aikibudo is primair voor volwassenen, maar kan ook voor de jeugd goed uitpakken.

Sporten in het algemeen is goed.

Leerlingen welke bij Budo Ryu Rotterdam trainen zijn andere kinderen een stapje voor, omdat wij in onze lessen de in het leven belangrijke zaken meenemen en zo bij uw kind het onderstaande mee ontwikkelen. Wij leren ze dus niet alleen plezier, en goed worden in de sport maar ook wat de zoals wij noemen:

De principes van de zwarte band.

Beleefdheid, Doorzettingsvermogen, Geestdrift, Integriteit, Loyaliteit, Sportiviteit, Zelfbeheersing.

Deze belangrijke punten tezamen met het leren stellen van doelen, zelfdiscipline, concentratie en een positieve geestelijke instelling zijn de fundering van het lesprogramma.

Vechtsporten in het algemeen omvatten ook andere aspecten, bijvoorbeeld:

  • Bevordering van het zelfvertrouwen
  • Bevordering van de sociale eigenschappen
  • Ontwikkeling van disciplinaire regels
  • Kennis van het eigen lichaam
  • Plezier hebben in de sport

Bevorderen van het zelfvertrouwen.

Door de benadering naar de kinderen toe, positief in de zin dat zij iets kunnen en iets goed te doen ontwikkel je het zelfvertrouwen. Een stukje faalangst kan hierdoor worden weggenomen. De kinderen ontwikkelen niet alleen het vertrouwen in zichzelf, maar ook in de anderen. Zij moeten hun mede AIKIBUDOka, kunnen vertrouwen hen veilig zal controleren, werpen en laten rollen of vallen. Ze moeten wel vertrouwen ontwikkelen in de ander, om goed te kunnen trainen.

Bevorderen van de sociale eigenschappen.

Het kind is niet alleen in de DOJO (trainingszaal) of op de TATAMI (mat), je bent er met meerdere personen. Dat houdt in dat je rekening dient te houden met elkaar. Dat betekend:

  • Sociale rangorde, de hoogst gegradueerde AIKIBUDOka (zenpei) zit vooraan in de groet, en als men gevraagd word mag men niet weigeren, en zeker niet weglopen.
  • Op je beurt wachten
  • Je beheersen om de ander geen pijn te doen
  • Je beheersen met werpen dus niet werpen als dit voor de ander gevaar op levert

Ontwikkeling van disciplinaire regels.

De beoefenaars worden geconfronteerd met een stukje discipline. Het begin van de les en het beeindigen van de les is een belangrijk onderdeel. In de DOJO (trainingszaal) heb je een aantal etiketten, bepaalde gedragswijzen waaraan de beoefenaar dient te voldoen. Bij de kreet ZAZEN dient het stil te zijn en moet een ieder in de juiste positie te zitten. Natuurlijk behoort het ook stil te zijn als er iets uitgelegd wordt.

Kennis van het lichaam.

Op speelse wijze leren de beoefenaars het eigen lichaam kennen. Ook wordt er verteld naar mate men ouder wordt wat de consequenties zijn van diverse technieken die getraind worden.

Plezier met sport.

Zoals een ieder plezier beleefd met zijn sport, zo zal de AIKIBUDOka veel plezier beleven aan de beoefening van het AIKIBUDO. Plezier met bewegen, met het stoeien op een beheerste manier en belangrijker nog, op een verantwoordelijke manier.

Bijgewerkt: 11-8-2021